Niets is wat het lijkt

Door Chris Koopmans

De oude Grieken hadden al lang door dat ons vermogen om de werkelijkheid, de wereld en de waarheid te kennen uitermate beperkt is. Als het al mogelijk is die ooit te kennen. De Stoïcijn Epictetus ( ca.50-135 n.C. ) zegt daarom: ‘Alles is zoals je het beoordeelt’. Oftewel, alles is interpretatie. De geschiedenis van de westerse filosofie staat vol met filosofen die zich op een dergelijke manier uitten. Socrates: Ik weet dat ik niets weet. Merleau Ponty: Er is geen point de vue sans point de vue. Nietzsche: Er zijn geen feiten, alleen interpretaties. Wittgenstein: De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld. Heidegger: Het wezen van de waarheid is vrijheid (van interpretatie). Kant: Das Ding an sich is onbekend voor ons. En vele anderen.

In onze moderne tijd bevestigen de neurowetenschappers dat ons brein modellen maakt (=interpretatie) van de door de evolutie voorgeprogrammeerde zintuigelijke input die vanuit het lichaam en de buitenwereld komt (=interpretatie). Daarmee bouwen we een simulatiebeeld (=interpretatie) op van de direct ervaren werkelijkheid, om er vervolgens een verdere duiding (=interpretatie) aan geven waarmee we een wereldbeeld (=interpretatie) opbouwen en noties van waarheid (=interpretatie) ontwikkelen. Kortom: ons brein is één groot interpretatieorgaan dat de functie heeft met deze interpretaties voorspellingen te maken. Want alleen met voorspellingen kunnen we dagelijks praktisch handelen, ons door het complexe leven navigeren, ons handhaven en voortplanten*. Anders gezegd: het brein drukt zijn interpretaties op een realiteit die we in wezen niet kennen. Een onbekende realiteit waarin we als zodanig ook niet direct in geïnteresseerd hoeven te zijn. Het brein is een onmisbaar stuk evolutionair gereedschap om te kunnen handelen en overleven.

Afgezien van de filosofische vraag wat een interpretatie eigenlijk is, lijkt de vraag naar wat ‘ een juiste interpretatie’ is veel interessanter. Interessanter omdat ‘juistheid’ verwijst naar zoiets als 

‘kloppend, correct, en daarmee praktisch bruikbaar, nuttig, en bij voorkeur maatschappelijk relevant’. Want wat heb je anders aan filosofie, wat koop je ervoor, wat kan je er mee? Draait het daar niet om?! Maar hoe benader je nu die vraag naar ‘de praktische relevantie van een filosofie’?

Men zou allereerst kunnen zeggen dat elke filosofische school, maar ook elke religie, elke ideologie en ook wetenschap een vorm van een ‘Belief System’ is. Met Belief System bedoel ik een set van ideeën, principes, waarden, overtuigingen of opvattingen, die in meer of mindere mate  ‘coherent, logisch, systemisch’ in elkaar zit, en dat daarmee sturing kan geven aan het gedrag van individuen of groepen. Een Belief System heeft meestal de vorm van een verhaal of een betoog dat als een onontbeerlijk navigatiemiddel dient om je door de chaos en onveiligheid van het leven te helpen. Het is de copingfunctie van het brein dat je aanzet tot praktisch, doelgericht en sociaal zinvol handelen. Het probeert een intelligent antwoord te geven op praktische vragen: hoe men een corona epidemie kan aanpakken, hoe men overstromingen, oorlogsdreiging, armoede, honger, racisme, corruptie, etc. het best kan voorkomen. En in het verlengde van praktische, overlevingsgerichte vragen proberen tientallen filosofische Belief Systems een antwoord te geven op dieper liggende universele vragen als: wat kan ik weten, wat is rechtvaardigheid, wat is goed en kwaad, wat is de zin en doel van het leven, hoe moet ik leven, e.d. (theïsme, materialisme, existentialisme, utilitarisme, pragmatisme, marxisme, feminisme, etc.).  

Zo heeft het Belief System van de wetenschap een hoge mate van samenhangende begrippen en axioma’s en het heeft daartoe verschillende soorten logica tot zijn beschikking. Plus een systematische werkwijze (de wetenschappelijke methode) waarmee het Belief System testbaar, repliceerbaar en falsifieerbaar wordt. Daarmee kan het aanspraak maken op ‘juistheid’. Kortom: ‘wetenschap is wat werkt’ (William James, Richard Feynman**). Wat werkt in de zin van praktisch bruikbaar, nuttig en met hopelijk een waardevolle maatschappelijke impact.

Aan de andere kant van het ‘juistheidsspectrum’, is er bv. het Belief System van de ‘Platte Aarde Beweging’. Dat heeft nauwelijks enige interne coherentie van begrippen, met daarbij een manke logica en waarbij de ideeën volkomen los staan van de zintuigelijke, empirische waarneming. Evenals samenzweringstheorieën, astrologie, tarotkaarten, etc.: die zijn volstrekt onbruikbaar, onnuttig en vaak zelfs schadelijk (behalve voor het ik- of wij-gevoel van een groep gekkies).

Men kan dus spreken van ‘krachtige of juiste Belief Systems’ met een sterk probleemoplossend vermogen en ‘zwakke of onjuiste Belief Systems’ met een vals probleemoplossend vermogen,  allebei liggen op een spectrum van meer of minder ‘juistheid’.

Een ander aspect van Belief Systems is hun maatschappelijke dominantie. Vóór de Verlichting (grofweg) was de christelijke godsdienst het alomvattende dominante Belief System. Uit het bestaan van god(en) volgt automatisch z’n ‘juistheid’. ‘Juistheid’, niet door kritisch onderzoek en toetsing van de ‘juistheid’ maar door onkritisch en onvoorwaardelijk geloof in de ‘juistheid’ (bv. ‘ …want bidden helpt, God heeft iets met ons voor, de Bijbel/Koran/Tora/ Tao voorspelt…., e.d.). Rationele i.p.v. emotionele toetsing van een Belief System staat hier lijnrecht tegenover onvoorwaardelijk geloof in een Belief System. 

De dominantie van een Belief System kan dus volkomen losstaan van de ‘juistheid’ ervan. Vooral als een dominant Belief System met openlijk of subtiel geweld wordt afgedwongen. Uit zo’n afgedwongen Totalitair Belief System volgt b.v. op verzet of afvalligheid een (dood)straf, zoals bij het nationaal socialistisch, fascistisch, communistisch, islamitisch, hindoeïstisch, kortom het is een hermetisch gesloten Belief System. In onze postmoderne tijd hebben (althans in de Westerse wereld) Totalitaire Belief Systems plaats gemaakt voor veelsoortige open Belief Systems, allemaal met hun eigen ‘claim en graad van juistheid’. Daarentegen passen Open Belief Systems zich aan bij de actuele stand van kennis en techniek, bij verschuivingen in culturele waarden, bij politieke en economische realiteiten. Soms zelfs in een bizarre vorm zoals bij de postmoderne nihilisten met hun tegenstrijdige claim: ‘De waarheid bestaat niet’ (en dat is de waarheid).

En hier zijn we aangeland op het punt waar ik met dit hele verhaal naar toe wil. Het is het interessante contrapunt dat zo fraai gemaakt wordt in het recente boek van Brian Klaas.***

De zwakke plek van Belief Systems is dat ze, naast hun gevoeligheid voor allerlei bias****, geen rekening houden met toeval, willekeur en contingentie. Het brein zoekt immers naar patronen, regelmatigheden en samenhangen in de chaos van zintuigelijke input zodat het een voorspellende interpretatie kan maken waarmee een Belief System uiteindelijk wordt opgebouwd. Om die reden negeert het ‘de ruis van toevalligheden’. Maar kleine toevalligheden kunnen zeer grote, onverwachte gevolgen hebben. Bijvoorbeeld: een Tunesische visser steekt zichzelf in de brand in 2010 en veroorzaakt een ripple-effect dat uitloopt op de Arabische lente die in het Midden Oosten en Noord Afrika grote politieke instabiliteit, conflicten en veranderingen teweeg bracht. Een mooi-weer voorspelling die op een rampzalige storm uitloopt omdat het computermodel geen rekening hield met kleine, plotseling ontstane locale luchtdrukverschillen die zeer snel escaleerden. Door een plotselinge windvlaag kwam het containerschip Ever Green in 2021 dwars te liggen in het Suezkanaal, met grote wereldwijde economische gevolgen. Een plotselinge hartaanval kan een totale omslag in het denken en in levensstijl veroorzaken. U herkent waarschijnlijk het zgn. Butterfly Effect dat zich in zeer complexe systemen kan voordoen. Mogelijk hebt u persoonlijk ook van die Butterfly ervaringen in uw leven meegemaakt? Klaas geeft veel Butterfly voorbeelden en gaat in op de achterliggende Chaos Theorie. Hij wijst erop dat Belief Systems (in mijn woorden) ons weliswaar een bevredigend gevoel van controle over onszelf en de wereld kunnen geven maar dat ze ook blind zijn voor toevalligheden en willekeur die een zeer grote invloed hebben (gehad) op onze evolutionaire geschiedenis, op de loop van onze politieke, economische en culturele geschiedenis, en evenzeer op de loop van onze persoonlijke levens, ook al gaan we daar zelf meestal aan voorbij. Kortom, niets is wat het lijkt. 

En gisteren las ik in een advertentie: je kunt plannen wat je wil, maar het komt van boven!

* Hersenresearchers wijzen er op dat 95% van onze breinactiviteit besteed wordt aan het elektrochemisch reguleren van alle lichamelijke processen, vanaf het celniveau tot aan het complexe orgaannivo, inclusief het breinorgaan zelf. De 5% geestelijke activiteit staat hier uiteraard niet immaterieel, cartesiaans los van.

**William James, psycholoog en wetenschapsfilosoof, grondlegger van de Amerikaanse psychologie, 1842/1910. Natuurkundige en Nobelprijswinnaar Richard Feynman verwijst ook fijntjes naar de wetenschap als een Belief System: ‘Science is the belief in the ignorance of experts’.

*** Brian Klaas, Prof. Global Politics, University College London: ‘Fluke: kans, chaos en waarom alles wat we doen er toe doet’ (2023).

**** Zie mijn column: ‘33 redenen waarom men wetenschap (te) lastig vindt en wantrouwt’.