Het gebaar van Soetendorp

Maatschappelijke betrokkenheid kan ons splijten. De ene dag wil ik opkomen voor mijn niet onderhandelbare principes. De andere dag wil ik intens de dialoog blijven voeren. Wat is belangrijker? Opkomen voor klimaat, recht en vrede of de inspanning om elkaar niet kwijt te raken in dit proces? Wie de straat op gaat voor een helder standpunt over bv geweld en onrecht in Gaza wil even geen subtiliteit, even niet de nuance van de dialoog. Maar wie een echt gesprek aangaat over iets wat je raakt, voelt dat waarachtig luisteren een soort ‘verliezen’ is. Je hebt ‘alleen maar’ een standpunt, het punt waar jij staat dus. Het perspectief van de ander geeft meer zicht.  

Er ging een golf van emotie door me heen toen ik zag hoe rabbijn Abraham Soetendorp bij het programma Buitenhof over de tafel heen de hand reikte aan imam Shamier Madhar. Een symbool natuurlijk, ze kennen elkaar al goed, maar hoe krachtig kunnen symbolen werken! Demonstratief werd er menselijkheid en warmte getoond in een tijd die ons uit elkaar drijft. 

Een goed gesprek voor de camera’s is bijna onmogelijk. Bewustzijn van de camera brengt onechtheid in het gesprek. Allerlei strategieën gaan het gesprek overheersen. Het resultaat zien we dagelijks: gesprekspartners met een ingehouden en gepolijste agressie. De meest gevonden oplossing is dat er beleefd maar onverschillig standpunten worden uitgewisseld. Tenenkrommend. Een echte dialoog zegt: ik erken jou en jouw gevoelens in jouw standpunt en ik ben bereid het principe van welwillendheid hierop toe te passen. Dat wil zeggen, ik breng empathie op voor jouw keuzes. Ik verdraag de pijn van het verschil tussen onze standpunten. Als je dit niet kunt, begin er niet aan en vermijd het woord dialoog dan ook.  

Geweld begint ergens aan tafels waar de ander niet meer erkend wordt, de pijn niet gezien wordt. Het ‘dialoogkrediet’ raakt snel op in onze samenleving. Ik word er moedeloos van. Ondanks de jarenlange aandacht voor diversiteit, tolerantie, dialogisch werken lijkt één crisis wel weer alles van tafel te vegen. Geweldsdenken slokt je op. Als de grens eenmaal gepasseerd is, wordt de cirkel van wraak en vergelding alleen maar in stand gehouden. Communicatieve analfabeten die op machtsposities komen… ik vind het huiveringwekkend.

De auteur Charles Eisenstein zegt in een artikel over deze hectische tijd (‘the field of peace’):

The traditional solution of victory over evil by force is not possible. We face the necessity of another kind of solution, a new and unfamiliair story line.’ 

Die ‘unfamiliair story line’ lijkt verder weg dan ooit. Het blinde geloof in geweld en de oplevende haat is de machteloze gewoonte om maar op één manier ons verdriet te wreken, op één manier onze pijn te verlichten, terwijl de ‘victory over evil’ nooit behaald wordt.  Uiteindelijk begint die dialoog in onszelf.

Bij het gebaar van Soetendorp moest ik denken aan de inburgering voor ‘Geestelijke Bedienaren’ die we verzorgden bij Kontakt der Kontinenten in de jaren negentig. Ik herinner mij de mooie wandelgangen daar. Op een dag staan een imam, een orthodoxe rabbijn en een kleine breed glimlachende Boeddhistische monnik met elkaar te praten. Trots dragen ze hun ceremoniële kledij die avond. De imam en de rabbijn praten over hun ‘gemeenschappelijke Abraham’ maar hun nieuwe taal is nog zo gebrekkig en frustrerend. Ze komen er niet helemaal uit en plotseling grijpt de imam de rabbijn beet en drukt hem tegen zijn borst. De monnik klapt enthousiast in zijn handen. Gearmd met zijn drieën lopen ze naar de theetafel. 

Rien van der Zeijden