Column 11: Gelatenheid

Gelukkig ben ik op tijd vanavond. Net als ik denk dat ik de goede houding op mijn stoeltje bovenin de zaal heb gevonden, wil er nog iemand langs. In het midden van de rij is nog 1 stoeltje over. Gedwee sta ik weer op. Een vrouw schuift dicht langs me heen. Een geur van ‘op leeftijd maar ik ben er nog’ treft me aangenaam. Ik spied de rij langs of ik me definitief kan instellen op een uur luisteren. Altijd weer een klus om mijn 1meter 95 op luisterstand te vouwen. Tevreden kijk ik uit over de intelligente hoofden van het Filosofisch Cafe Sneek. Welvarend, bewust, een tikkeltje vrijdenkerig waarschijnlijk, maar vooral…grijs. Verdonkeremaand-grijs. Uitbundig grijs. Ik wil het niet weten-grijs. Dit is niet echt blond-grijs. Maar toch… grijs. Alleen als je blind bent, stel je nog vragen over de doelgroep van het Filosofisch Café. In de verte hoor ik de spreker. ‘Hij moet wat meer in de microfoon praten,’ mompelt mijn buurman. Het gaat over weemoed.

9200000036299535Ik veer op als ik de naam Wilhelm Schmid hoor die een boekje geschreven heeft over ‘gelatenheid’. Tot voor kort een woord zonder positieve connotaties voor mij. Maar onlangs werd ik 58. Ik zwierf die dag met een duidelijk weemoedig gevoel bij van der Velde rond. Daar trof ik zijn boekje. Over gelatenheid als levenskunst. Als een puber die een verboden tijdschrift bekijkt, begon ik er in te bladeren. Mmm, het ‘laten’ als een bewuste keus in je leven, als een te ontwikkelen deugd. Ik wil er nog niet aan. Ik wil nog zoveel! Die kiem, die levenslange drive om mijzelf te bewijzen komt maar niet tot rust. De storm van mijn jeugd, de ervaringen in mijn midlife, ze branden nog onrustig in mijn herinneringen. Schaduwen van een flakkerend vuur. Gelatenheid is de kunst van het laten gebeuren. Het is de golf op het strand laten rollen, het blad sierlijk laten vallen. Het is meebewegen. Vertrouwen op de loop der dingen. Genieten van een kabbelend gesprek, de vrienden, de herinnering…..

Langzaam leer ik deze deugd van gelatenheid in een maatschappij die op hol geslagen is. Gij zult veranderen! gij zult het er niet bij laten! Wie ‘wacht’ is passief. De coaches hebben er flink werk van. Wat erger is: we zijn gaan geloven dat we het zelf in de hand hebben, dat onze omgeving maakbaar is. Het resultaat: organisaties vol met schijnveranderingen waar de onderstroom niet geraakt wordt. De oude poëzie van H. Roland Holst is letterlijk uit de tijd geraakt:

Leer stil zijn, leer niets, leer wachten-

Het geheim der sterken school altijd daarin

dat ze zich instelden op lange drachten

en intoomden de onstuimige dadenzin.

Tussen het zilvergrijs daal ik gelaten de trappen van het filosofisch theater weer af. Het dringt tot me door dat de obsessie met verandering vaak schuilt in het onvermogen me te verbinden. Ik ga eens niet veranderen. Ik blijf maar eens een keer waar ik ben. Ik houd het maar eens gewoon uit met mijn vragen, mijn omgeving, mijn gevoelens van pijn en verlies. Ik ga in de auto nog eens luisteren naar het prachtige lied van Jeroen Zijlstra: ‘Ga niet weg’. Blijf als je ’t liefst wilt vluchten. Ik laat dus ik ben..

Rien van der Zeijden